AllesContractenrechtFaillissementsrechtOndernemingsrecht

Kan een koper onder eigendomsvoorbehoud een pandrecht vestigen op zijn voorwaardelijke eigendomsrecht?

By 14 juni 2016 februari 21st, 2020 No Comments

Juridisch advies Legal8

In een recente blog van eind mei jl. hebben wij het uitgebreid gehad over het eigendomsvoorbehoud. Wij hebben geconcludeerd dat dit een belangrijk recht is, niet in de laatste plaats omdat het eigendomsvoorbehoud in faillissement blijft bestaan. De verkrijger onder eigendomsvoorbehoud wordt nog geen eigenaar als hij de verschuldigde facturen niet volledig heeft voldaan. In een recent arrest van de Hoge Raad van 3 juni jl. speelde de vraag of de verkrijger van onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken (de koper) een geldig pandrecht kan vestigen op zijn voorwaardelijk eigendomsrecht. In deze blog zullen wij hier nader op ingaan.

Kan een koper onder eigendomsvoorbehoud een pandrecht vestigen op zijn voorwaardelijke eigendomsrecht?

Deze vraag is, zoals hieronder zal blijken, met name relevant voor pandhouders die een pandrecht hebben verstrekt op een dergelijk voorwaardelijk eigendomsrecht. Het korte antwoord dat in het arrest gegeven wordt is dat dit inderdaad kan. Hieronder zal dit nader worden benoemd.

Een van de vereisten voor het vestigen van een pandrecht (dit is een goederenrechtelijk zekerheidsrecht) is dat degene die het pandrecht vestigt beschikkingsbevoegd is. In de literatuur maar ook in de praktijk is men er lange tijd vanuit gegaan dat een koper die bepaalde zaken onder eigendomsvoorbehoud had gekocht, ter zake niet beschikkingsbevoegd was en dus ook geen pandrecht zoals hiervoor bedoeld zou kunnen vestigen. De koper onder eigendomsvoorbehoud wordt volgens deze visie dus geen eigenaar als hij de facturen niet volledig had betaald en zou derhalve geen geldig pandrecht kunnen vestigen.

De Hoge Raad slaat in dit arrest echter een andere weg in. De Hoge Raad overweegt:

Het aldus door de wetgever beoogde systeem brengt mee dat de verkrijger onder eigendomsvoorbehoud als bedoeld in art. 3:92 lid 1 BW uit hoofde van de voltooide levering een positie verkrijgt waarin de uitgroei tot een onvoorwaardelijk eigendomsrecht uitsluitend nog afhankelijk is van de vervulling van de opschortende voorwaarde, welke wordt bewerkstelligd door voldoening van de (restant)prestatie. Zolang de voorwaarde niet is vervuld, zijn zowel de vervreemder als de verkrijger voorwaardelijk eigenaar, de vervreemder onder ontbindende voorwaarde en de verkrijger onder opschortende voorwaarde, en is hun beider beschikkingsbevoegdheid ten aanzien van de desbetreffende zaken dienovereenkomstig beperkt. De verkrijger onder eigendomsvoorbehoud kan zijn voorwaardelijk eigendomsrecht dan ook slechts onder diezelfde voorwaarde vervreemden of bezwaren (art. 3:84 lid 4 BW), op de wijze voorzien voor de levering, respectievelijk bezwaring, van de zaken zelf. Wordt een pandrecht – overeenkomstig het bepaalde in art. 3:236 lid 1 of art. 3:237 lid 1 BW – op het voorwaardelijk eigendomsrecht gevestigd, dan ontstaat met voltooiing van de vestigingshandeling een onvoorwaardelijk pandrecht op het voorwaardelijk eigendomsrecht. (r.o. 4.2.3)

De Hoge Raad overweegt dat de koper bij de levering direct voorwaardelijk eigenaar wordt, onder een opschortende voorwaarde. Er kan – in tegenstelling tot bovengenoemde visie – rechtsgeldig een pandrecht gevestigd worden (inclusief de opschortende voorwaarde) aangezien er sprake is van beschikkingsbevoegdheid. Gaat de koper failliet voordat hij het totale verschuldigde bedrag aan de verkoper heeft betaald en wordt de openstaande vordering (dan wel het deel van de openstaande vordering) vervolgens ná faillissementsdatum betaald, dan kan de pandhouder zich toch op de zaak verhalen.

Juridisch advies

Voor de praktijk is dit arrest erg relevant. Kort gezegd is de positie van pandhouders met dit arrest versterkt. Gesteld wordt dat de opbrengst van de betreffende zaak in deze situatie dus niet naar de curator gaat (niet naar de failliete boedel) maar naar de pandhouder, indien er voor de faillietverklaring al aan de formaliteiten van het vestigen van een pandrecht is voldaan. Soms kan het voor de pandhouder dus interessant zijn om de restantvordering aan de verkoper te betalen zodat hij  zich op de (volledige) zaak kan verhalen.

Dit recente arrest van de Hoge Raad is via de volgende link te raadplegen: rechtspraak.

 

Legal8 Advocaten en Bedrijfsjuristen

088 – 88 3 8888

info@legal8.nl

14-06-2016