Kan er executoriaal beslag worden gelegd op de woning van een bewindvoerder?
Een bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende tijdens het bewind bij de vervulling van zijn taak in en buiten rechte (zie artikel 1:441 lid 1 BW). Bij de (kort geding) rechter stond onlangs de vraag centraal of er executoriaal beslag kan worden gelegd op de woning van de bewindvoerder, door middel van een vonnis waarin de rechthebbende is veroordeeld tot betaling van een geldsom.
Feiten
Een vader is bewindvoerder over het vermogen van zijn zoon, de rechthebbende. Laatstgenoemde heeft een periode een woning gehuurd bij een zorginstelling, waarbij er een betalingsachterstand van de huur is ontstaan. In de door de zorginstelling aanhangig gemaakte procedure is de bewindvoerder aansprakelijk gesteld voor de huurachterstand en uiteindelijk veroordeeld tot betaling van deze schuld. Op basis van deze uitspraak heeft de zorginstelling executoriaal beslag gelegd op de woning van de bewindvoerder.
Tegen het gelegde beslag heeft de bewindvoerder een kort geding procedure aangespannen. Hierbij staat de vraag centraal of de zorginstelling de uitspraak ten uitvoer kan leggen bij de bewindvoerder.
Beoordeling
De rechter stelt als eerste vast dat de huurovereenkomst een rechtsverhouding betreft tussen de zorginstelling en de rechthebbende, waarbij de bewindvoerder de overeenkomst namens de rechthebbende is overeengekomen. Immers, de bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende in en buiten rechte, dus ook bij het sluiten van een overeenkomst. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid brengt met zich dat de rechthebbende (in beginsel) aansprakelijk is voor schulden die de bewindvoerder heeft gemaakt ter vervulling van zijn taak (zie artikel 1:442 BW).
De rechter concludeert uiteindelijk dat vorenstaande inhoudt dat de zorginstelling de juiste procedure heeft gevolgd door de bewindvoerder aansprakelijk te stellen. De bewindvoerder is namelijk in zijn hoedanigheid als bewindvoerder van de rechthebbende de formele procespartij. Echter, dit betekent niet dat de bewindvoerder persoonlijk kan worden aangesproken voor de huurachterstand. Deze achterstand betreft immers een schuld van de rechthebbende en niet van de bewindvoerder. Het is dan ook niet mogelijk om het vonnis ten uitvoer te leggen ten opzichte van de bewindvoerder, zodat van het leggen van (executoriaal) beslag op de woning van de bewindvoerder geen sprake kan zijn.
Conclusie
Ingevolge de wet- en regelgeving vertegenwoordigt de bewindvoerder de rechthebbende in en buiten rechte en is daarmee de formele procespartij in gerechtelijke procedures. Deze vertegenwoordiging geschiedt echter in de hoedanigheid als bewindvoerder van de rechthebbende. Dit betekent dat de rechthebbende verantwoordelijk blijft voor zijn contractuele verplichtingen, dus ook voor de huurachterstand die is ontstaan bij de zorginstelling. Het leggen van (executoriaal) beslag is dan ook enkel mogelijk op de vermogensbestanddelen van de rechthebbende.
De uitspraak is via het volgende ECLI-nummer te raadplegen: ECLI:NL:RBDHA:2017:13408.
Juridisch advies / vragen
Heeft u nog vragen over het bovenstaande? Neem dan eens contact met een van onze juristen op. Wij zijn u graag van dienst.
Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen
09-01-2018