Een bestuurder is op grond van de wet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. Daarom geeft het volgens de Hoge Raad blijk van een onjuiste rechtsopvatting of is het oordeel onvoldoende gemotiveerd, als het hof heeft geoordeeld dat de bestuurder niet bevoegd was de vennootschap te vertegenwoordigen nu geen sprake was van aan de vennootschap toerekenbare schijn van vertegenwoordigings-bevoegdheid. Als het hof heeft geoordeeld dat de bestuurder niet de vennootschap heeft vertegenwoordigd omdat geen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid is gewekt, miskent dat de Kribbebijter-maatstaf (HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2217).
Publicatie
Lees hier deze recente publicatie van mr. Daniel Burgers: publicatie.
Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen
info@legal8.nl
www.legal8.nl
06-06-2019