Bestuurders hebben een grote mate van beleidsvrijheid bij het besturen van een onderneming. Het feit dat een bepaald besluit achteraf bezien niet gelukkig is geweest, leidt in beginsel niet meteen tot bestuurdersaansprakelijkheid. Het nemen van risico’s is immers inherent aan het ondernemerschap.
De wet bepaalt dat de bestuurder van een BV gehouden is tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Wanneer de bestuurder er echter ‘een potje van maakt’ en de grenzen van het redelijke te buiten gaat, kan hij persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid.
Interne bestuurdersaansprakelijkheid
Interne aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de relatie die de bestuurder heeft met de onderneming en de verplichtingen die de bestuurder uit dien hoofde jegens de onderneming heeft. Bij interne aansprakelijkheid dient sprake te zijn van een ‘ernstige verwijtbare onbehoorlijke taakvervulling’.