AllesContractenrecht

Algemene voorwaarden: de bekendheidsuitzondering en toedoen van de gebruiker. Maakt het uit op welke manier de wederpartij op de hoogte is gekomen met de algemene voorwaarden?

By 19 oktober 2022 november 21st, 2022 No Comments

Algemene voorwaarden

Een contractuele wederpartij is snel aan algemene voorwaarden van de gebruiker gebonden. Op grond van artikel 6:232 BW is een wederpartij zelfs aan algemene voorwaarden gebonden als de gebruiker bij het sluiten van de overeenkomst begreep of moest begrijpen dat de wederpartij de inhoud van de algemene voorwaarden niet kende. De algemene voorwaarden zijn al van toepassing nadat een offerte (het aanbod) waarin de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard, door de andere partij is geaccepteerd (de aanvaarding). Of de wederpartij van de gebruiker de inhoud van de algemene voorwaarde kende, is dus niet relevant. Als de wederpartij bekend is met de algemene voorwaarden, dan hoeven de algemene voorwaarden niet per se nogmaals ter hand gesteld te worden (de zogenoemde bekendheidsuitzondering). Maar maakt het uit op welke wijze de wederpartij op de hoogte is gekomen met de algemene voorwaarden?

Toepasselijkheid algemene voorwaarden

De vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn, moet worden beantwoord op basis van de maatstaven die in het algemeen gelden voor het tot stand komen van een overeenkomst en die zijn neergelegd in de artikelen 3:33 en 3:35 BW. Wil je dat jouw algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomsten die je sluit, dan moet je jouw wederpartij hiervan op de hoogte brengen. Dit doe je door bijvoorbeeld in de offerte te vermelden dat en welke algemene voorwaarden op de te sluiten overeenkomst van toepassing zijn. Verricht jouw onderneming meerdere soorten werkzaamheden en hanteer je daarom meerdere sets algemene voorwaarden? Geef dan duidelijk aan op welke werkzaamheden welke set algemene voorwaarden van toepassing is

Informatieplicht en terhandstelling

Als gebruiker van algemene voorwaarden heb je een informatieplicht. Deze informatieplicht houdt in dat je jouw wederpartij een redelijke mogelijkheid moet geven om van jouw algemene voorwaarden kennis te nemen (je moet de algemene voorwaarden ter hand stellen). Doe je dat niet, dan zijn jouw algemene voorwaarden, op de uitzonderingen zoals opgenomen in artikel 6:235 BW na, vernietigbaar. Vernietigt jouw wederpartij met succes jouw algemene voorwaarden, dan zijn jouw algemene voorwaarden dus niet van toepassing. Het is dus belangrijk dat je aan de informatieplicht voldoet. Je kunt dit doen door jouw algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan jouw wederpartij te verstrekken. Als de overeenkomst via internet tot stand komt, dan kun je de algemene voorwaarden eveneens via internet aan de wederpartij ter beschikking stellen. Komt de overeenkomst niet via internet tot stand, dan dient jouw wederpartij uitdrukkelijk in te stemmen met het via internet ter beschikking stellen van de algemene voorwaarden. Van belang bij elektronische ter beschikking stelling is steeds dat jouw wederpartij de algemene voorwaarden moet kunnen opslaan en dat de algemene voorwaarden toegankelijk blijven voor jouw wederpartij ten behoeve van latere kennisneming. Dit kun je bijvoorbeeld bereiken door de algemene voorwaarden als een pdf-document naar jouw wederpartij te e-mailen.

Uitzondering op de terhandstelling: bekendheidsuitzondering

In het (in juridische kring) bekende arrest Geurtzen/Kampstaal uit 1999 introduceerde de Hoge Raad de zogenoemde bekendheidsuitzondering op de terhandstellingsplicht. De Hoge Raad overwoog:

“Een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg van art. 6:234 lid 1 brengt evenwel mee dat aan de strekking van de in die bepaling vervatte regeling eveneens recht wordt gedaan, indien de wederpartij zich tegenover de gebruiker ook niet op vernietigbaarheid van een beding in algemene voorwaarden kan beroepen, wanneer hij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan het geval dat regelmatig gelijksoortige overeenkomsten tussen partijen worden gesloten, terwijl de algemene voorwaarden bij het sluiten van de eerste overeenkomst aan de wederpartij ter hand zijn gesteld en aan het geval van een van algemene voorwaarden deel uitmakende eenvoudige exoneratieclausule, die in een winkel of bedrijfsruimte op duidelijke wijze aan klanten wordt gepresenteerd. Ook kunnen zich omstandigheden voordoen waarin een beroep op art. 6:233 onder b en art. 234 lid 1 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.”

Als dus sprake is van een min of meer bestendige handelsrelatie waarbij regelmatig soortgelijke overeenkomsten worden gesloten en je bij het sluiten van de eerste overeenkomst de algemene voorwaarden aan jouw wederpartij ter hand hebt gesteld, dan kunnen de algemene voorwaarden ook gelden voor latere soortgelijke overeenkomsten op grond van de bekendheidsuitzondering. Jouw wederpartij is dan immers al bekend met de algemene voorwaarden.

Toedoen van de gebruiker vereist?

De Hoge Raad oordeelt binnenkort over een situatie waarin de hamvraag aan de orde is of aan de bekendheidsuitzondering is voldaan indien: (i) de bekendheid van de wederpartij met de algemene voorwaarden niet is te herleiden tot een toedoen van de gebruiker van de voorwaarden, (ii) de gebruiker van de voorwaarden ook niet van terhandstelling heeft afgezien op de grond dat hij wist of mocht aannemen dat de wederpartij reeds over de voorwaarden beschikte, maar (iii) de bekendheid van de wederpartij met de voorwaarden berust op, wat de gebruiker betreft, ‘toevallige’ omstandigheden (waarvan de gebruiker achteraf kennis kreeg).

Simpeler gezegd: maakt het uit op welke manier de wederpartij op de hoogte is gekomen met de algemene voorwaarden van de gebruiker? Moet de wederpartij de algemene voorwaarden bijvoorbeeld actief ontvangen hebben van de gebruiker of is een situatie waarin de wederpartij toevalligerwijs bekend is geworden met de algemene voorwaarden voldoende voor toepassing van de bekendheidsuitzondering?

De procureur-generaal bij de Hoge Raad concludeert dat het irrelevant is hoe de kennis van de algemene voorwaarden bij de wederpartij is ontstaan. Weliswaar brengt deze opvatting mee dat de gebruiker ‘een gelukje’ heeft als hij de voorwaarden niet ter hand heeft gesteld en er later achter komt dat de wederpartij er ‘toevallig’ al kennis van had. Maar de wederpartij behoeft geen bescherming indien zij reeds bekend is met de voorwaarden of geacht mag worden daarmee bekend te zijn. Bekendheid van de wederpartij met de voorwaarden dient zwaarder te wegen dan het gegeven dat die bekendheid niet is te herleiden tot een toedoen van de gebruiker dan wel een aanname van de gebruiker dat de wederpartij al met de voorwaarden bekend is. Toedoen van de gebruiker is dus niet vereist voor bekendheid met de algemene voorwaarden.

Of de Hoge Raad dit advies overneemt, zal spoedig duidelijk worden. Juridisch interessant is deze conclusie hoe dan ook.

UPDATE 11 november 2022

Bij arrest van 11 november 2022 heeft de Hoge Raad de conclusie van de PG bevestigd. Wie voorwaarden al kent, hoeft dus niet meer beschermd te worden tegen ‘onbekende voorwaarden’.

Arrest Hoge Raad 11 november 2022.

Legal8

19 oktober 2022