Zoals wij al vaker hebben geblogd, kan de kantonrechter een bewindvoerder ontslaan op grond van het gestelde in artikel 1:448 (lid 2) BW. Dit kan op eigen verzoek van de bewindvoerder, hetzij wegens gewichtige redenen (zoals ‘slechte’ bewindvoering) of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, maar ook door de rechter “ambtshalve” (dus niet op verzoek). In deze blog concentreren wij ons op een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin een ambtshalve ontslag van de bewindvoerder centraal staat.
Ambtshalve ontslag bewindvoerder?
Kantonrechter
In eerste aanleg (bij de rechtbank) heeft de kantonrechter de betreffende bewindvoerder ambtshalve ontslagen als bewindvoerder op grond van gewichtige redenen en omdat de bewindvoerder niet voldoet aan het Besluit kwaliteitseisen. De bewindvoerder is hiervan in hoger beroep gegaan bij het hof. Het hoger beroep biedt – kort gezegd – overigens een volledige herkansing en alle relevante omstandigheden kunnen hier dus (weer) aan de orde komen.
Gerechtshof: terecht ambtshalve ontslag bewindvoerder
De vraag die in hoger beroep beantwoord moet worden, is of de kantonrechter op goede gronden ambtshalve tot ontslag van de bewindvoerder is overgegaan.
Het hof beoordeelt deze kwestie opnieuw en komt tot de conclusie dat er inderdaad gewichtige redenen zijn om de bewindvoerder te ontslaan. Waar de kantonrechter dit ontslag met name heeft gegrond op de omstandigheid dat de bewindvoerder niet (langer) voldoet aan de kwaliteitseisen, liggen de gewichtige redenen voor het hof daarnaast met name in de onduidelijke financiële situatie van de bewindvoerder en het gebrek aan professionaliteit en inzicht in zijn positie en zijn taken als bewindvoerder.
Het hof acht het verwijtbaar dat de bewindvoerder geen duidelijkheid heeft gegeven omtrent zijn financiële positie terwijl daar wel concrete vragen over zijn gesteld. Hiernaast zijn ernstige twijfels gerezen over de professionaliteit en betrouwbaarheid van de bewindvoerder. Een belangrijke omstandigheid hierbij is dat de bewindvoerder een aantal “grensoverschrijdende” e-mails heeft gestuurd waarin de bewindvoerder zijn emoties nogal expliciet heeft geuit. Het hof verwijt de bewindvoerder dan ook dat hij onvoldoende professionele afstand heeft genomen en zich teveel door zijn emoties heeft laten leiden. Een ander belangrijk punt is dat de bewindvoerder grote moeite heeft om (beknopt) professioneel en zakelijk te communiceren. Het hof oordeelt:
Waar wordt gevraagd om concrete informatie of een concrete toelichting op een zakelijk punt wordt bij herhaling door de bewindvoerder een uitgebreide uiteenzetting gegeven over persoonlijke omstandigheden en een veelheid van (al dan niet aan de kwestie gelieerde) aspecten zonder dat de verzochte informatie of toelichting wordt gegeven, of waarin de verzochte informatie of toelichting als het ware verdwijnt.
Het hof verwijt de bewindvoerder dus dat hij geen concrete antwoorden geeft op vragen, maar juist het tegenovergestelde doet: de bewindvoerder “bombardeert” het hof met allerlei informatie over zijn persoonlijke omstandigheden. Wees als bewindvoerder dus alert dat een concrete vraag van de rechter ook concreet en het liefst zo beknopt mogelijk beantwoord dient te worden. Geef je als bewindvoerder een zeer uitgebreide toelichting op een simpele, concrete vraag, dan loop je het hiervoor aangestipte risico.
Interessant is verder nog dat het feit dat de rechthebbende uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven deze bewindvoerder te willen houden, niet afdoet aan het bovenstaande. Het hof oordeelt aldus dat de bewindvoerder terecht ambtshalve is ontslagen.
Bron arrest
De geïnteresseerden kunnen dit arrest via de volgende link lezen: rechtspraak.
Juridisch advies / vragen
Heeft u nog vragen over het bovenstaande? Neem dan eens contact met een van onze juristen op. Wij zijn u graag van dienst.
Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen
04-01-2018