Stelt u zich voor: u moet in een gerechtelijke procedure een bepaald standpunt of een bepaalde stelling bewijzen. Hiervoor heeft u echter gegevens nodig van de wederpartij. Deze wederpartij is helaas niet bereid hieraan mee te werken en u krijgt derhalve nul op rekest. Dat is flink balen!
De wet biedt echter een aantal mogelijkheden om dergelijke stukken te vorderen dan wel in te zien om toch tot een succesvol bewijs te komen. Dit is echter alleen onder bepaalde voorwaarden toegestaan. In dit artikel zullen wij hierop nader ingaan.
Stukken van de wederpartij opvragen of inzien?
De exhibitieplicht
Ons wetboek biedt een aantal mogelijkheden om stukken van de wederpartij te vorderen / in te zien. Allereerst artikel 843a Rv. In dit artikel is de zogenoemde ‘exhibitieplicht’ opgenomen. Dit artikel bepaalt in lid 1:
Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte gegevens.
Uit deze bepaling volgt een aantal voorwaarden om een succesvol beroep op de exhibitieplicht te kunnen doen.
- Allereerst dient de verzoeker een rechtmatig belang te hebben. Wat een rechtmatig belang is, is nogal arbitrair. Echter, een verzoeker moet in ieder geval belang hebben bij het opvragen dan wel inzien van bescheiden voor zijn rechtspositie en meer specifiek met betrekking tot zijn bewijslast. De verzoeker moet iets bewijzen wat hij kan door middel van bescheiden die in het bezig zijn van de wederpartij.
- Hiernaast gaat het om bepaalde bescheiden. Er is dus geen sprake van een algemeen inzagerecht: zogenoemde ‘fishing expeditions’ zijn dan ook niet toegestaan. De verzoeker zal voldoende duidelijk moeten maken om welke specifieke bescheiden het gaat.
- Ten slotte dient het te gaan om een ‘rechtsbetrekking waarin hij (de verzoeker) of zijn rechtsvoorgangers partij zijn’. Deze rechtsbetrekking kan bestaan uit een overeenkomst, een onrechtmatige daad of bijvoorbeeld een onverschuldigde betaling.
De vraagt rijst of een vordering op grond van dit artikel in een reeds lopende procedure gevorderd kan worden? Een partij die aan de bovengenoemde voorwaarden voldoet, kan een dergelijk verzoek ook tijdens een procedure aanhangig maken. Dit kan eventueel in een afzonderlijke kort geding procedure (zie het arrest DB Schenker/Prorail).
Overigens is artikel 843a Rv ook van toepassing voorafgaand aan een procedure.
Alternatieve ‘exhibitie’ vorderingen
Wordt een verzoek om overlegging dan wel inzage in bepaalde bescheiden afgewezen, dan kan de rechter ambtshalve alsnog bevelen dat bepaalde bescheiden ingebracht dienen te worden (artikel 22 Rv).
Ook op grond van artikel 162 Rv kan de rechter ambtshalve een van de partijen bevelen tot openlegging van boeken, bescheiden of geschriften. Een verschil met betrekking tot artikel 843a Rv is dat dit laatste artikel niet ambtshalve toegepast kan worden en dat dit laatste artikel een ruimere strekking heeft.
Ten slotte kan nog gedacht worden aan artikel 3:15j BW waarin is bepaald dat een verzoeker de rechter kan verzoeken de administratie dient open te leggen. Dit artikel wordt met name gebruikt in faillissementssituaties.
Tot slot
Zoals reeds vermeld biedt ons wetboek mogelijkheden om stukken van de wederpartij te vorderen / in te zien. Heeft u hier vragen of opmerkingen over, neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Legal8 Advocaten en Bedrijfsjuristen
088 – 88 3 8888
info@legal8.nl
15-04-2016