In een recente blog hebben wij uiteengezet dat het saneren van een (problematische) schuldenlast niet behoort tot de gewone werkzaamheden van een beschermingsbewindvoerder en derhalve een bewindvoerder geen verwijt (“onbehoorlijke taakvervulling”) viel te maken dat hij geen zorg heeft gedragen voor het opzetten van een schuldsaneringstraject. Deze blog is te raadplegen via de volgende link.
In navolging op bovenstaande heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch zich onlangs over een soortgelijke vraag gebogen. In deze procedure stond de vraag centraal of de beschermingsbewindvoerder al dan niet heeft gehandeld als een “redelijk bekwaam en redelijk handelend” bewindvoerder door geen gevolg te geven aan het reeds opgezette en (deels) ten uitvoer gelegde schuldsaneringsplan.
Is een bewindvoerder aansprakelijk voor de tenuitvoerlegging van een schuldsaneringsplan?
Feiten
De vorige bewindvoerder heeft namens de rechthebbende aan alle schuldeisers een voorstel tot sanering van de schulden tegen finale kwijting gedaan. Dit voorstel is door alle schuldeisers geaccepteerd, zodat na voldoening hieraan de restant schulden worden kwijtgescholden. De bewindvoerder heeft dit schuldsaneringsplan vervolgens ten uitvoer gelegd, totdat hij tijdens dit traject op verzoek van de rechthebbende werd ontslagen en opgevolgd door een nieuwe bewindvoerder.
De opvolgend bewindvoerder heeft naar de mening van de rechthebbende geen uitvoer gegeven aan het schuldsaneringsplan en daardoor (in de ogen van de rechthebbende) niet gehandeld als een redelijk bekwaam en redelijk handelend bewindvoerder, zodat de bewindvoerder aansprakelijk is voor de schade die de rechthebbende daardoor heeft geleden.
Beoordeling
Het hof concludeert dat de opvolgend bewindvoerder inderdaad geen uitvoering heeft gegeven aan het schuldsaneringstraject, maar dat de oorzaak hiervan is te vinden in het gedrag van de rechthebbende zelf. Volgens het hof was voor het succesvol doorlopen van het saneringsplan vereist dat de rechthebbende constructief meewerkt. Aangezien naar het oordeel van het hof genoegzaam is gebleken dat niet alleen de medewerking van de rechthebbende ontbrak, maar dat er eveneens sprake was van tegenwerking door de rechthebbende, kan niet worden geconcludeerd dat de bewindvoerder anders heeft gehandeld dan van een redelijk bekwaam en redelijk handelend bewindvoerder mag worden verwacht.
Conclusie
Uit deze uitspraak kan worden geconcludeerd dat – ondanks dat bewindvoerders zorg dienen te dragen voor de vermogensrechtelijke belangen en hiervoor verantwoordelijk zijn – van een rechthebbende mag worden verwacht dat hij zijn (constructieve) medewerking verleent. Indien deze medewerking voor de uitoefening van de werkzaamheden van de bewindvoerder vereist is én deze medewerking ontbreekt, kan de bewindvoerder in principe niet verantwoordelijk worden gehouden voor de eventuele (negatieve) gevolgen.
Misschien wel belangrijker is dat uit deze uitspraak naar onze mening gedestilleerd kan worden dat – ondanks dat het saneren van schulden in beginsel niet tot de werkzaamheden van bewindvoerders behoort (zie voornoemde blog) – een door een bewindvoerder opgezet schuldsaneringsplan wél tot de werkzaamheden van de bewindvoerder kan komen te behoren. Het saneringstraject behoort in een dergelijk geval wel tot de verantwoordelijkheden van de bewindvoerder, waarvoor hij dan ook (logischerwijs) aansprakelijk kan worden gehouden. Op die manier “creëert” een bewindvoerder dus meer verantwoordelijkheden voor zichzelf dan waarvoor hij in eerste instantie ingevolge het instellen van het meerderjarige beschermingsbewind is gehouden.
Arrest hof
Het arrest is via het volgende ECLI-nummer te raadplegen: ECLI:NL:GHSHE:2018:128.
Juridisch advies / vragen
Heeft u nog vragen over het bovenstaande? Neem dan eens contact met een van onze juristen op. Wij zijn u graag van dienst.
Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen
23-01-2018