Een vraag die wij met enige regelmaat van werkgevers gesteld krijgen, is of er bepaalde juridische risico’s aan het verstrekken van een werkgeversverklaring zitten; met name als de verklaring niet helemaal honderd procent overeenkomstig de waarheid wordt ingevuld en afgegeven aan de werknemer. In dit artikel gaan wij op deze – en andere relevante – vragen met betrekking tot de werkgeversverklaring in. Aangezien wij best af en toe merken dat zowel werknemers als werkgevers denken dat er nul juridische risico’s aan het verstrekken van een werkgeversverklaring zit (wat zeker niet waar is), is deze blog voor de praktijk niet onbelangrijk.
Wat is een werkgeversverklaring?
Een werkgeversverklaring is een, doorgaans standaard, document waarin de werkgever een aantal zaken over onder andere de werknemer en de arbeidsrelatie verklaart. Denk aan gegevens over de werknemer en werkgever, jaarinkomen, dienstverband (bepaalde of onbepaalde tijd) en indien van toepassing een zogenoemde ‘verklaring voortzetting dienstverband’. Een werkgeversverklaring wordt meestal door de werknemer gevraagd in verband met de aankoop van een woning en de financiering van de koop daarvan door een bank. Zo goed als iedere werkgever met personeel krijgt wel eens de vraag of hij een werkgeversverklaring wil afgeven. Sommige werkgevers geven min of meer klakkeloos werkgeversverklaringen af en andere werkgevers doen dat juist niet. En andere werkgevers vragen eerst juridisch advies voordat zij een dergelijke verklaring invullen en afgeven; met name als de werknemer vraagt om iets in te vullen wat niet helemaal juist is.
Afgeven werkgeversverklaring is niet verplicht
Het afgeven van een werkgeversverklaring is geen wettelijke verplichting voor een werkgever. In beginsel mag de werkgever dus zelf beslissen of hij een werkgeversverklaring wenst af te geven. Hoogstwaarschijnlijk zal de werkgever doorgaans toch gehouden zijn aan een dergelijk verzoek mee te werken op grond van het goed werkgeverschap uit artikel 7:611 BW. Een werkgever kan de afgifte daarvan kort gezegd niet weigeren zonder deugdelijke reden.
Intentieverklaring: een mogelijk lastig punt?
Een mogelijk lastig punt voor werkgevers met betrekking tot de werkgeversverklaring is de zogenoemde intentieverklaring ingeval van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd:
“Wordt bij gelijkblijvend functioneren en ongewijzigde bedrijfsomstandigheden de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij beëindiging daarvan opgevolgd door een voortgezette of vernieuwde arbeidsovereenkomst (voor onbepaalde tijd)?”
Werkgevers willen werknemers doorgaans heus helpen bij de financiering van een woning door het afgeven van een werkgeversverklaring, maar willen zich vaak niet verplichten tot het nu al toezeggen van het vast in dienst nemen (voor onbepaalde tijd) van de werknemer. Die beslissing willen werkgevers nemen los van de werkgeversverklaring en doorgaans ook niet op het moment van het verstrekken van de verklaring. Werkgevers kunnen echter gerust zijn aangezien deze verklaring in beginsel niet bindend is. Werknemers kunnen met andere woorden louter op basis van deze intentieverklaring geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd afdwingen en met name niet als deze gedaan wordt onder de voorbehouden van gelijk functioneren en ongewijzigde bedrijfsomstandigheden. Zie onder andere: Rechtbank Arnhem en Rechtbank Middelburg alsmede Rechtbank Den Bosch.
Bijkomende omstandigheden voor arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd
Let wel op dat wanneer er bijkomende omstandigheden zijn die erop wijzen dat de werknemer erop kan vertrouwen dat de verklaring breder is dan alleen voor het verkrijgen van een financiering. Dan loop je als werkgever immers wel het risico dat de werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan afdwingen. Is dat (nog) niet de bedoeling, zorg er dan voor dat de verklaring op zichzelf staat. Geef de werknemer desnoods per e-mail aan dat dit alleen bedoeld is voor het rondkrijgen van de financiering en dat de werknemer er niet op kan vertrouwen dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten zal gaan worden.
Valse / onjuiste verklaring afgeven en aansprakelijkheid
Een verklaring afgeven terwijl je als werkgever weet dat de arbeidsovereenkomst gaat eindigen of wellicht al is opgezegd, is risicovol. Los van het feit dat je iets verklaart wat niet waar is (wat niet mag en zelfs een strafbaar feit oplevert: valsheid in geschrifte), loop je ook bepaalde risico’s jegens de werknemer en derden zoals de bank die de lening aan de werknemer verstrekt. Door het afgeven van de werkgeversverklaring zal de werknemer immers een lening krijgen waardoor zijn maandlasten waarschijnlijk toenemen. Als de werkgever de arbeidsovereenkomst vervolgens beëindigt, kan hij de werknemer financieel gezien in een lastig(er) parket brengen. Rechters kunnen in dergelijke gevallen een (aanvullende) schadevergoeding toekennen aan de werknemer. Uiteraard moet dan wel duidelijk worden dat de werkgever tijdens het afgeven van de werkgeversverklaring al wilde opzeggen (of had opgezegd). Zo nam enige tijd geleden de rechter te Haarlem de verzwaarde hypotheeklasten als omstandigheid mee bij het vaststellen van een hogere ontslagvergoeding.
Werkgever aansprakelijk jegens de bank?
Ook jegens derden kan de werkgever succesvol aansprakelijk worden gehouden ingeval van een valse of onjuiste werkgeversverklaring. De rechtsgrond hiervoor is de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). Doorgaans zal het gaan om een bank die de werkgever aansprakelijk stelt vanwege een onjuiste werkgeversverklaring op basis waarvan de bank een financiering heeft verstrekt en de werknemer de lening niet kan aflossen waardoor een restschuld resteert. Ook al komen dergelijke kwesties zeker niet dagelijks voor, werkgevers lopen wel degelijk risico als zij een onjuiste werkgeversverklaring afgeven. Zo blijkt uit een arrest van het Gerechtshof Amsterdam uit 2013 waarin een bank de werkgever aanspreekt vanwege het verstrekken van een onjuiste werkgeversverklaring. In de verklaring was het salaris te hoog weergegeven en aangezien de onjuiste werkgeversverklaring heeft bijgedragen aan de geleden schade, wordt de werkgever succesvol aansprakelijk gehouden voor de schade.
Maatschappelijke functie werkgeversverklaring
Overigens is rechtsoverweging 3.5. van het bovenstaande arrest interessant waarin het gerechtshof overweegt dat een werkgeversverklaring een belangrijke functie vervult in het maatschappelijk verkeer. Deze verklaring dient ertoe een derde inzicht te verschaffen in de inkomenssituatie van een werknemer, in het bijzonder met het oog op het verstrekken van een financiering. Met name gezien deze maatschappelijke functie van een dergelijke verklaring, is het helemaal niet gek dat een werkgever écht risico loopt door een foute of valse verklaring af te geven.
Conclusie werkgeversverklaring afgeven
Het afgeven van een werkgeversverklaring is geen harde wettelijke verplichting, hoewel werkgevers op grond van het goed werkgeverschap doorgaans toch gehouden zijn daaraan mee te werken. Het uitgangspunt met betrekking tot de af te geven intentie is dat deze niet bindend is en dat de werkgever louter op basis van de werkgeversverklaring niet verplicht kan worden om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden. Dat kan anders zijn als er bijkomende omstandigheden zijn. Het afgeven en invullen van een werkgeversverklaring dient actueel en overeenkomstig de waarheid te zijn. Worden zaken vermeld die aantoonbaar niet juist zijn, dan loop je als werkgever wel degelijk juridisch risico jegens de werknemer en/of derden zoals de bank. Nog los van het feit dat het op z’n minst een strafbaar feit oplevert… Niet aan beginnen dus!