In een recente zaak die bij de Rechtbank Noord-Holland locatie Zaanstad speelde, ging het met name om de vraag of een werknemer in strijd heeft gehandeld met het concurrentiebeding en of hij moet worden veroordeeld tot betaling van een (relatief) hoge contractuele boete. Tevens wordt ingegaan op het leerstuk van matiging van een boete. In deze juridische blog wordt de uitspraak toegelicht.
Boete wegens schending concurrentiebeding
Als werkgever kunt u naast een concurrentiebeding ook een boetebeding in de arbeidsovereenkomst opnemen (dat is overigens ook verstandig). Soms worden hier behoorlijk hoge bedragen in opgenomen. De vraag speelt bij werkgevers vaak of je bij overtreding van het concurrentiebeding, daadwerkelijk het volledige (en soms: hoge) boetebedrag bij de (ex) werknemer kunt vorderen.
Als aan alle wettelijke vereisten van een boetebeding is voldaan (deze moet onder meer schriftelijk zijn overeengekomen) én sprake is van een overtreding van het concurrentiebeding, dan kan de werkgever de boete in beginsel van de werknemer vorderen. Dit kan soms tot hoge bedragen leiden, bedragen die de werknemer niet (zomaar) kan betalen. Dan komt de vraag naar voren of de rechter de gevorderde boete kan matigen (verlagen).
Matigen boete: recente zaak (ECLI:NL:RBNHO:2019:6928)
In deze recente zaak is een werknemer bij de concurrent van de werkgever in dienst getreden en dat mocht niet op grond van het overeengekomen concurrentiebeding (artikel 7:653 BW). De rechter vindt het concurrentiebeding en het boetebeding voldoende duidelijk zodat deze bedingen ook in rechte van toepassing zijn verklaard. Na een debat op de zitting, is het de rechter duidelijk dat de werknemer het concurrentiebeding heeft geschonden. Op grond van de arbeidsovereenkomst geldt een boete van € 5.000,- ineens en € 2.500,- per dag vanaf het moment dat de overtreding is ingegaan. Deze boete van in totaal € 892.500,- (!) vordert de werkgever in rechte van de werknemer. De werknemer doet – uiteraard – een beroep op matiging van de boete. De werknemer vindt dit echt veel te veel en hij kan dit helemaal niet betalen. De rechter gaat mee in dit verweer van de werknemer en oordeelt als volgt.
Gelet op artikel 6:94 lid 1 BW kan een boete alleen gematigd worden indien de billijkheid dit eist. Dit betekent dat de rechter pas van de bevoegdheid tot matiging gebruik mag maken als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat leidt. De rechter zal daarbij letten op de verhouding van de werkelijke schade en de hoogte van de boete, de aard van de overeenkomst, de inhoud van het beding en alle relevante omstandigheden van het geval.
Toewijzing van deze boete zou leiden tot betaling van een enorm bedrag van € 892.500,-. De rechter vindt dat begrijpelijkerwijs een onaanvaardbaar resultaat. Hierbij speelt ook een rol dat de werknemer slechts een ‘beperkt’ inkomen heeft van ongeveer € 500,- boven het minimumloon en dat niet is gebleken van veel schade aan de zijde van werkgever. De rechter matigt de boete vervolgens tot € 5.000,- gelijk aan ongeveer twee maandsalarissen. Dat lijkt mij, gezien alle feiten en omstandigheden, een billijke uitkomst.
U kunt deze uitspraak lezen door te klikken op de volgende link: rechtspraak. Vanaf rechtsoverweging 5.9 wordt ingegaan op de matiging van de boete.
Matiging is niet standaard
Dat matiging in deze zaak plaats heeft gevonden, betekent niet dat matiging vaak wordt toegepast of standaard is. Matiging is alleen aan de orde als het om een buitensporige situatie gaat. Van een dergelijke situatie was in deze zaak sprake. De rechter dient zijn bevoegdheid tot matiging echter terughoudend te hanteren. Overtreedt een werknemer bewust het concurrentiebeding en vordert de werkgever gezien de feiten en omstandigheden een ‘normale’ boete, dan zal van matiging doorgaans dus geen sprake zijn.
Juridisch advies Arbeidsrecht
Heeft u vragen over het bovenstaande, neem dan eens geheel vrijblijvend contact met ons op.
Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen
04-09-2019
mr. Daniel Burgers