AllesArbeidsrecht

Moet een werknemer die schade toebrengt aan zijn werkgever die schade vergoeden?

In de praktijk komt het regelmatig voor dat een werknemer bij de uitoefening van zijn werkzaamheden schade toebrengt aan zijn werkgever of aan een derde, bijvoorbeeld doordat hij een (domme) fout begaat waarvan de werkgever nadeel ondervindt of doordat hij zaken van de werkgever of van een derde beschadigt. De vraag komt dan op of de werknemer deze schade moet vergoeden aan zijn werkgever. Of is de werkgever degene die de schade moet voldoen en de schade vervolgens niet op zijn werknemer kan verhalen? Wie betaalt met andere woorden de rekening als een werknemer schade veroorzaakt in de uitoefening van zijn werk?

In beginsel is de werknemer niet aansprakelijk, tenzij…

In de uitoefening van de werkzaamheden kan werknemer schade toebrengen aan de werkgever of aan een derde en in ons rechtssysteem is in beginsel degene die schade toebrengt hiervoor aansprakelijk. Maar voor werknemers is hierop een uitzondering gemaakt. Werknemers zijn namelijk in beginsel niet aansprakelijk tegenover hun werkgever, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Dit volgt uit artikel 7:661 lid 1 BW:

De werknemer die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, is te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald.

De bescherming van de werknemer is niet onbegrensd, maar opzet en bewuste roekeloosheid gaan wel enorm ver. De bewijslast van opzet of bewuste roekeloosheid ligt bij de werkgever. En als geen sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid, dan kunnen de omstandigheden van het geval soms toch aanleiding geven tot aansprakelijkheid van werknemer. Ook dit is een uitzondering. Als dus sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid dan wel andere omstandigheden zoals genoemd, dan houdt daar aansprakelijkheid van de werkgever op en is de werknemer aansprakelijk voor de schade. Een enkele fout, bijvoorbeeld ontstaan door onachtzaamheid of vergeetachtigheid van de werknemer, is doorgaans niet voldoende voor werknemersaansprakelijkheid. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid van een werkgever voor zijn werknemers, ook met betrekking tot aansprakelijkheid, verder gaat dan veel werkgevers denken. Een werkgever kan zijn werknemer niet voor iedere tekortkoming of fout aansprakelijk stellen.

Opzet en bewuste roekeloosheid

Het begrip opzet is niet helemaal duidelijk. Dit begrip wordt vaak omschreven als het willens en wetens schade toebrengen. Ofwel een vooropgezet plan om schade te veroorzaken. Dit blijkt in de praktijk trouwens vaak lastig aan te tonen. In een recente kwestie die Daniel heeft behandeld bij de Rechtbank Breda, is dit overigens wel gelukt en toonde hij aan dat de werknemer in kwestie zichzelf willens en wetens niet overeengekomen bonussen had uitgekeerd (hij had toegang tot de betalingen) en daarmee de werkgever schade had berokkend. Ofwel opzet.

Van bewuste roekeloosheid is sprake als de werknemer zich tijdens het verrichten van zijn werkzaamheden onmiddellijk aan het schadeveroorzakend handelen voorafgaande gedraging van het roekeloze karakter van die gedraging bewust is geweest. Ook hier is niet zomaar aan voldaan en het is dus een strenge toets. Werkgevers moeten behoorlijk hun best doen om gelijk te krijgen. Maar een bij voorbaat kansloze zaak is het zeker niet.

Opzet of bewuste roekeloosheid wordt onder andere aangenomen als de schade is ontstaan terwijl de werknemer onder invloed van te veel alcohol verkeerde. Het besturen van een motorvoertuig met meer dan de toegestane hoeveelheid alcohol is een voorbeeld van een misdrijf. Bij een veroordeling wegens een misdrijf staat juridisch vast dat het feit waarvoor de werknemer is veroordeeld door zijn opzet of bewuste roekeloosheid heeft plaatsgevonden.

Zo oordeelde de kantonrechter in Utrecht onlangs dat een chauffeur die met alcohol op achter het stuur kroop en een ongeval veroorzaakte, de schade van ruim een ton aan zijn werkgever moest vergoeden. Volgens de rechter kon met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat het ongeval met de vrachtwagen te wijten was aan bewuste roekeloosheid van deze chauffeur. De chauffeur wist dat hij onder invloed was van alcohol en was toch achter het stuur gekropen. Doordat sprake was van bewust roekeloos handelen, kon een beroep op de beschermende bepalingen voor werknemers hem niet baten. Zie hieronder de uitspraak:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2020:553

Uitoefening van de werkzaamheden

Uit de tekst van het hiervoor genoemde wetsartikel volgt dat dit artikel slechts van toepassing is wanneer de werknemer: bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever. Dat wil volgens de Hoge Raad zeggen: “bij de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden”. Het artikel is dus niet van toepassing op (schade ontstaan tijdens) privégebruik van een auto die de werkgever aan de werknemer ter beschikking heeft gesteld. Dan is geen sprake van bij de uitoefening van de overeengekomen werkzaamheden. Dat bepaalde schadeveroorzakende gedragingen buiten werktijd of in strijd met uitdrukkelijke aanwijzingen zijn verricht, hoeft (echter) niet in de weg te staan aan toepassing van het artikel. Wat de hoofdegel namelijk is, is dat er in het specifieke geval een voldoende verband moet zijn tussen de schade en de opgedragen werkzaamheden.

Een andere afspraak maken?

Van het bovenstaande kan in een schriftelijke overeenkomst afgeweken worden, waardoor de medewerker dus wél aansprakelijk is, maar dat kan alleen op de voorwaarde dat de medewerker zich verzekert tegen het risico dat hij loopt. Dat staat in artikel 7:661 lid 2 BW. Brengt de verzekering met zich mee dat de medewerker eigenrisico draagt, dan is de medewerker voor dit bedrag dus niet verzekerd. Deze niet-verzekerde schade komt dan in beginsel voor rekening van de werkgever, tenzij de medewerker dus opzettelijk of bewust roekeloos handelde.

Geldt de bescherming ook voor een stagiair?

Ondanks dat het enige tijd onduidelijk was, is het de afgelopen tien jaar duidelijk geworden dat de bescherming die werknemers genieten (en zoals hiervoor is beschreven) analoog wordt toegepast op stagiairs. Naar onze kennis is dit in 2012 voor het eerst toegepast door het Hof Arnhem (ECLI:NL:GHARN:2012:BV2352) en daarna onder andere in een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland herhaald (ECLI:NL:RBMNE:2015:7808). In deze laatste zaak had de stagiaire een spa laten overstromen waardoor het bedrijf schade had geleden. Het gaat in die zaak om roekeloos gedrag en de rechter oordeelt dat er geen sprake is van bewuste roekeloosheid. De stagiair hoeft de schade dus niet te vergoeden. Volgens de rechter ging het slechts om een inschattingsfout van de stagiair. Dit kan ook gelden ingeval een zzp’er zijn werkgever (eigenlijk opdrachtgever) schade berokkent. Hier is het laatste woord nog niet over geschreven.

Conclusie

De verantwoordelijkheid van een werkgever voor zijn werknemers, ook met betrekking tot aansprakelijkheid, gaat best ver en gaat vaak verder gaat dan veel werkgevers denken. Een werkgever kan zijn werknemer niet voor iedere tekortkoming of fout aansprakelijk stellen. Er moet sprake zijn van opzet of bewuste roekeloosheid en die lat ligt hoog. Maar onmogelijk is het zeker niet.

Vragen of juridisch advies nodig?

Neem vooral contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

Legal8

12 mei 2022