In deze blog zullen wij inzoomen op het onderwerp ontslag van een bewindvoerder. Specifiek zullen wij ingaan op een recent vonnis van de Rechtbank Limburg van 21 september 2017 waarin de vraag centraal stond of de betreffende bewindvoerder wegens gewichtige redenen in alle zaken waarin hij benoemd is, dient te worden ontslagen.
Aansprakelijkheid bewindvoerder
Een bewindvoerder dient de vermogensrechtelijke belangen van een bij hem onderbewindgestelde cliënt te beschermen. Hierbij dient de bewindvoerder dus als ‘goed bewindvoerder’ te handelen. Voor een nadere bespreking hiervan wordt verwezen naar het ‘Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren vastgesteld door LOVCK’ (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton & Toezicht).
Op grond van de wet (artikel 1:444 BW) is een bewindvoerder jegens de rechthebbende aansprakelijk, indien hij in de zorg van een goed bewindvoerder te kort schiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend. Hier hebben wij onlangs al een juridische blog over geschreven: aansprakelijkheid bewindvoerder.
De bewindvoerder dient zijn taak dus als goed bewindvoerder te verrichten en op hem rust dus een zekere zorgplicht. Uit vaste rechtspraak volgt dat volgt dat schade die voortkomt uit begrijpelijke vergissingen of uit ongewone maar niet onacceptabele (beheers)beslissingen, buiten het schootsveld van de persoonlijke aansprakelijkheid van de bewindvoerder valt. Daarvoor is de bewindvoerder dus niet persoonlijk aansprakelijk. Maar als gesteld kan worden dat een andere goed bekend staande bewindvoerder niet hetzelfde zou hebben gehandeld, dan ligt wel persoonlijke aansprakelijkheid van de bewindvoerder op de loer.
Ontslag professioneel bewindvoerder
In het vonnis van 21 september jl. ging het om een professioneel bewindvoerder die werd ontslagen door de kantonrechter in alle zaken waarin hij benoemd was. Wat speelde er?
De betreffende bewindvoerder is werkzaam als professioneel bewindvoerder en heeft circa 218 bewinden op zijn naam gehad. De medevennoot van de bewindvoerder heeft in 2016 een melding gedaan aan een medewerker van de griffie van het Team en Toezicht dat de bewindvoerder doende was gelden van rekeningen van vermogende rechthebbenden over te boeken naar rekeningen van minder vermogende rechthebbenden (carrouselboekingen). Dit is uiteraard uit den boze.
In deze procedure stond in rechte vast dat in 2015 en 2016 een grote hoeveelheid carrouselboekingen heeft plaatsgevonden in de dossiers die deze bewindvoerder beheerde. Een aantal rechthebbenden is als gevolg van deze handelswijze ongerechtvaardigd verrijkt en anderen zijn (aanzienlijk) verarmd. Hiernaast zijn de rekening en verantwoordingen ‘frauduleus’ opgemaakt omdat deze boekingen aan het zicht zijn onttrokken. Ten slotte staat ook vast dat de handtekeningen van de rechthebbenden onder de betreffende rekening en verantwoordingen niet ‘echt’ zijn. De rechthebbenden hebben in deze procedure namelijk verklaard dat die handtekeningen niet van hun (kunnen) zijn.
Was dit voldoende voor een ontslag van de bewindvoerder?
De rechtbank vond van wel. De carrouselbetalingen hebben namelijk plaatsgevonden onder de verantwoordelijkheid van de bewindvoerder. Hiernaast speelde de kwestie over de vervalste handtekeningen. Het komt er vervolgens in rechte op neer op de vraag of de handtekeningen van de bewindvoerder onder de rekening en verantwoordingen echt of vervalst zijn. In rechte blijkt dat de handtekeningen op de ‘bereidverklaringen’ van de bewindvoerder een sterke gelijkenis vertonen met de handtekeningen op de rekening en verantwoordingen, waarvan de bewindvoerder heeft ontkend dat die door hem zijn geplaatst. Het verweer van de bewindvoerder is hiermee volgens de rechter op losse schroeven komen te staan en het lijkt er aldus op dat de bewindvoerder de handtekeningen op de rekening en verantwoordingen heeft vervalst. Hij heeft, zo blijkt, de handtekeningen van de rechthebbenden op de rekening en verantwoordingen nagemaakt.
Slecht bewind
De rechtbank komt tot de conclusie dat de bewindvoerder zich met deze handelswijze niet van zijn taak als goed bewindvoerder heeft gekweten. Volgens de rechter gaat het om een ‘beschamende vertoning’: de bewindvoerder heeft sommige cliënten zelfs financieel zwaar gedupeerd (door de carrouselbetalingen). Er is dus onmiskenbaar sprake van slecht bewind. De kantonrechter ontslaat de bewindvoerder in alle zaken.
Uit dit vonnis volgt kort gezegd dat deze bewindvoerder het wel erg bont heeft gemaakt. Het vervalsen van handtekeningen is (uiteraard) uit den boze en kwalificeert hoe dan ook als slecht bewind (overigens ook als valsheid in geschrifte). Hiernaast zijn carrouselboekingen niet toegestaan. Dergelijk handelen leidt dan ook tot een terecht ontslag van de bewindvoerder.
U kunt het vonnis via de volgende link lezen: rechtspraak.
Juridisch advies / vragen
Heeft u nog vragen over het bovenstaande? Neem dan eens contact met een van onze juristen op. Wij zijn u graag van dienst.
Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen
04-10-2017