Een opschortingsrecht is de bevoegdheid van een schuldenaar om de nakoming van zijn verbintenis op te schorten (uit te stellen), totdat een vordering die hij zelf heeft op de schuldeiser, wordt voldaan.
Opschortingsrechten
Voordat een schuldenaar rechtsgeldig mag opschorten, dient er aan bepaalde voorwaarden te worden voldaan. Zo dient er sprake te zijn van:
- een verbintenis van de schuldenaar jegens de schuldeiser;
- dat de schuldenaar een opeisbare vordering heeft op de schuldeiser;
- dat de schuldeiser niet nakomt;
- de niet-nakoming door de schuldeiser geen gevolg is van opschorting door de schuldeiser;
- een samenhang tussen beide vorderingen. Als voorbeeld geldt de situatie waar beide vordering uit dezelfde overeenkomst voortvloeien.
Voorbeeld
Stel dat bakkerij A brood heeft besteld bij X B.V. Bakkerij A heeft het brood echter nodig voor een bepaalde datum, zeg 1 augustus. In de overeenkomst wordt daarom vastgelegd dat het brood uiterlijk op 30 juli zal worden geleverd. Op 29 juli meldt X B.V. echter dat hij de datum niet gaat halen en dat er aldus niet tijdig geleverd zal gaan worden. In deze situatie kan bakkerij A de nakoming van zijn eigen verplichting (en dat is betaling) opschorten.
Gevolgen opschorting
Het belangrijkste gevolg van opschorting is dat de schuldeiser geen nakoming meer kan vorderen. Tevens is er ook geen sprake van een wanprestatie aan de zijde van de schuldenaar (bakkerij A).
Een bijzonder opschortingsrecht is het retentierecht. Voor het retentierecht verwijzen wij naar onze blog over het retentierecht.
Vragen?
Heeft u vragen over het bovenstaande? Neem dan eens geheel vrijblijvend contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Legal8
088 – 88 3 8888
info@legal8.nl
21-07-2015