Als een onderneming gedurende enige tijd (noodgedwongen) zijn deuren moet sluiten, dan rijst de vraag of de werknemers hun loon nog wel doorbetaald krijgen, ondanks het feit dat zij in deze periode geen werk verrichten. In deze blog zullen wij hier nader op ingaan en zullen wij eveneens een recent vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland bespreken waarin op deze vraag wordt ingegaan.
Tijdelijke bedrijfssluiting: voor risico van werkgever of van werknemers?
Als gevolg van een ernstige gebeurtenis, kan een werkgever tot de conclusie komen (al dan niet noodgedwongen) om de deuren enige tijd te sluiten. De werknemers kunnen hun werk dan (doorgaans) logischerwijs niet verrichten. De vraag rijst dan of zij in die periode nog wel recht hebben op doorbetaling van hun loon.
Oorzaak voor rekening van werkgever?
Kort gezegd dient de werkgever het loon door te betalen als de werknemer niet kan werken door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever komt. Daarbij speelt de voorzienbaarheid van de oorzaak van de bedrijfssluiting een cruciale rol.
Normale bedrijfsrisico’s worden normaliter aan de werkgever toegerekend. Denk hierbij bijvoorbeeld aan weersomstandigheden die het werk onmogelijk maken of het bestaan van onvoldoende orders waardoor de werkgever eigenlijk geen werk heeft voor de werknemer. Soms komen ook zogenoemde exceptionele risico’s voor rekening van de werkgever. Denk hierbij aan een noodtoestand door overstromingen. Voor de vraag of er sprake is van een exceptioneel risico dat voor rekening van de werkgever komt, is onder meer de aard van het bedrijf van belang.
Recente zaak
In een recente zaak speelde de vraag of het uitbreken van vogelgriep bij een pluimveebedrijf (de werkgever) voor rekening van de werkgever komt. Met andere woorden: diende deze werkgever het loon van de werknemers door te betalen in de periode dat er geen werk verricht kon worden als gevolg van het uitbreken van de vogelgriep? De kantonrechter oordeelt als volgt.
Ingevolge artikel 7:627 BW heeft als hoofdregel te gelden dat de werkgever geen loon verschuldigd is indien de werknemer geen arbeid verricht. Krachtens artikel 7:628 BW dient de werkgever het bedongen loon evenwel door te betalen als de werknemer niet kan werken door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever komt. Daarbij speelt de voorzienbaarheid van bedoelde oorzaak een cruciale rol.
3.3
Met [eisers] is de kantonrechter van oordeel dat een besmettelijke ziekte als de vogelgriep c.q. de vogelpest en de daarbij behorende maatregelen, zoals ruimingen en vervoersverboden, in beginsel als voorzienbaar moeten worden aangemerkt, waar de intensieve, verhoogd vatbare pluimveehouderij, zowel nationaal als internationaal, van tijd tot tijd door deze ziekte, waarvan algemeen bekend is dat de verspreiding niet wordt opgehouden door landsgrenzen, wordt geplaagd.
3.4
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is de kantonrechter van oordeel dat het niet werken van [eisers] een oorzaak heeft die in de risicosfeer van ondernemer [gedaagde] ligt en die in redelijkheid voor rekening van [gedaagde] dient te komen.
Kort en goed: het uitbreken van de vogelgriep komt in deze situatie voor rekening van de werkgever. De werkgever diende het loon dus door te betalen. Belangrijk om te vermelden is natuurlijk wel dat het uitbreken van de vogelgriep bij een pluimveebedrijf – behoorlijk – voorzienbaar is. Afhankelijk van de aard van de onderneming kan de mate van voorzienbaarheid verschillen.
U kunt het vonnis via de volgende link lezen: rechtspraak.
Vragen?
Heeft u vragen over het bovenstaande? Neem eens vrijblijvend contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen
088 – 88 3 8888
30-09-2016