Op 31 oktober 2024 heeft er een bijzondere zitting plaatsgevonden bij de voorzieningenrechter in Lelystad. Een voetbalvader had een kort geding aangespannen tegen de sportvereniging van zijn achtjarige zoon. Zijn zoon was tijdens de teamindelingen voor het seizoen 2024/2025 in een lager team geplaatst dan zijn vader had gehoopt. De vader was het hier nadrukkelijk mee oneens. Na uitgebreide correspondentie tussen partijen besloot de vader om de vereniging in kort geding te dagvaarden en vorderde onder meer een schadevergoeding van € 12.000.
Discriminatie?
De vader stelt dat zijn zoon bij de teamindeling is gediscrimineerd op basis van afkomst, levensovertuigingen en ras. In een brief aan de vereniging eist hij een excuses van de vereniging en plaatsing van zijn zoon in een hoger team. Ook wil hij een financiële compensatie. Tevens geeft hij aan een kort geding te zullen starten indien de vereniging geen gehoor geeft aan zijn eisen. De vereniging stelt daarop voor om via de KNVB een mediationtraject te starten, maar de vader staat hier niet voor open en besluit het conflict voor te leggen aan de voorzieningenrechter. Hij vordert een schadevergoeding van € 12.000, een dwangsom van € 1.000 per dag tot een maximum van € 100.000 totdat het kind in een hoger team is geplaatst en een veroordeling van de vereniging in de proceskosten. Ook verlangt hij dat de vereniging een publiekelijk excuus aanbiedt.
Kort geding
Om een kort geding te kunnen starten, moet er sprake zijn van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter oordeelt dat hiervan sprake is, nu de plaatsing van de zoon in een hoger team niet in bodemprocedure kan worden afgewacht, aangezien het voetbalseizoen tegen die tijd al voorbij zou zijn. Met betrekking tot de geldvorderingen en de gevorderde publieke excuses is echter geen spoedeisend belang aanwezig.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de vereniging gebruik heeft gemaakt van haar beleidsvrijheid bij plaatsing van de zoon in een lager team. De teamindeling wordt immers per seizoen gemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende factoren zoals vriendjes en vriendinnetjes en het niveau van de speler ten opzichte van zijn leeftijdsgenoten. Alleen extra getalenteerde of ambitieuze spelers kunnen in een hoger team geplaatst worden waarbij van de leeftijdsindeling wordt afgeweken. Volgens de rechter is bij de teamindeling geen sprake geweest van discriminatie, in tegenstelling tot wat de vader stelt.
Voorts merkt de voorzieningenrechter op dat de vader een gebrek aan zelfinzicht toont, nu er sprake is geweest van meerdere incidenten met de teamleider, de jeugdcoördinator, het bestuur en ouders van andere kinderen. Tijdens ‘het laatste fluitsignaal’ wijst de voorzieningenrechter de vader erop dat zijn handelen niet in het belang is van zijn zoon. Maar zoals Cruijff ooit heeft gezegd: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt.”
‘Kansloze vorderingen’
Het is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk dat deze kwestie heeft geleid tot een kort geding. Het spelplezier van kinderen, zeker op een achtjarige leeftijd, dient te allen tijde voorop te staan in de voetballerij. Het was dan ook gepast geweest als de vader had ingestemd met het voorstel van de vereniging om via de KNVB een mediationtraject te volgen.
De ingestelde vorderingen leken op voorhand al gedoemd om te mislukken. Niet alleen ontbrak een onderbouwing voor de gevorderde schadeposten – hetgeen de indruk wekt dat deze grotendeels uit de lucht zijn gegrepen – ook zou een toewijzing van dergelijke vorderingen een onwenselijke precedentwerking scheppen. Ouders zouden dan immers bij elke beslissing over hun kind waar ze het mee oneens zijn een gang naar de rechter (kunnen) maken, met alle gevolgen van dien.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBMNE:2024:6053
Dit is een blog van Dewi Hol.