De meesten kennen het wel: algemene voorwaarden waarin staat bepaald dat de onderneming niet aansprakelijk is voor fouten en schade. Soms kom je zelfs een tekst als “wij zijn nergens aansprakelijk voor” of “ons bedrijf is nooit aansprakelijk” tegen. In bijna alle algemene voorwaarden staat zo’n beding; in juridische kringen een exoneratiebeding genoemd. Dit zijn bedingen die de aansprakelijkheid van een contractpartij (de contractspartijen) regelen. Het volledig uitsluiten van jouw aansprakelijkheid, lijkt een slimme zet te zijn. Dan kun je zonder (grote) risico’s ondernemen. Maar in deze blog zullen wij meer informatie geven waarom het volledig uitsluiten van aansprakelijkheid toch niet zo slim is. Lees vooral verder!
Exoneratiebeding en begrenzingen
Het beginsel van contractsvrijheid brengt met zich dat het partijen vrijstaat overeenkomsten aan te gaan met wie zij willen, op welk moment zij willen en met welke inhoud zij willen met uitzondering van strijdigheid met de wet en de goede zeden. Het staat partijen dus vrij een verstrekkend exoneratiebeding in hun overeenkomst op te nemen zoals dat het bedrijf niet aansprakelijk is voor schade. De contractsvrijheid is echter niet absoluut en kent dus begrenzingen. Begrenzingen kunnen worden gevonden in de wet, de openbare orde of de goede zeden (artikel 3:40 BW), de specifieke omstandigheden van het geval en de eisen van redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 2 BW).
Het opnemen van een verstrekkend exoneratiebeding is dus toegestaan, maar kent de nodige begrenzingen. Een begrenzing uit de wet is bijvoorbeeld de werkgeversaansprakelijkheid. Op grond van artikel 7:658 lid 2 BW geldt dat de werkgever jegens de werknemer aansprakelijk is voor de schade die de werknemer lijdt in de uitoefening van diens werkzaamheden. Alleen wanneer de werkgever aantoont dat hij alle maatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt dan wel als de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, kan de werkgever aansprakelijkheid ontlopen. Een andere verdeling van aansprakelijkheid tussen de werkgever en de werknemer heeft geen effect. Als de werkgever in de arbeidsovereenkomst opneemt dat de werknemer jegens de werkgever aansprakelijk is voor schade vanwege een fout (bijvoorbeeld verkeerde advisering), dan is dat beding in strijd met de wet en niet rechtsgeldig. Ook ten aanzien van consumenten gelden allerlei begrenzingen (denk aan de grijze en zwarte lijsten).
Hiernaast kan een exoneratiebeding dus in strijd zijn met de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Het is niet in algemene zin te stellen wanneer een exoneratiebeding in strijd is met de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Wel kan uit de relevante rechtspraak een opsomming gegeven worden van omstandigheden die bij de boordeling van het antwoord op de vraag of in de gegeven omstandigheden de gebruiker van het exoneratiebeding daar een beroep op toekomt, van belang kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan: (1) de aard en inhoud van de overeenkomst, (2) de maatschappelijke positie van partijen, (3) of de exoneratie brachegebruikelijk is, (4) de zwaarte van de schuld of verwijtbaarheid en de gevolgen daarvan, (5) of er een grote wanverhouding bestaat tussen de reikwijdte van het exoneratiebeding en de schade en (6) of het bestaan van een verzekering en de mogelijkheid om tegen marktconforme voorwaarden het risico dat tot de aansprakelijkheid heeft geleid, te kunnen verzekeren. Als je het risico kunt verzekeren tegen normale voorwaarden maar je doet dat niet, dan zul je vrij snel tegen strijdigheid met de redelijkheid en billijkheid aanlopen.
Opzet en bewuste roekeloosheid
Het ‘probleem’ van het volledig uitsluiten van alle aansprakelijkheid uit zich sprekend bij het onderwerp opzet en bewuste roekeloosheid. In het algemeen geldt namelijk dat geen succesvol beroep kan worden gedaan op een exoneratiebeding wanneer de schade te wijten is aan opzet of bewuste roekeloosheid. We vinden het met z’n allen namelijk wel erg onredelijk (en dus fout) dat de schuldenaar die opzettelijk of bewust roekeloos schade veroorzaakt, geen plicht heeft om die schade te vergoeden en zich bijvoorbeeld achter zijn algemene voorwaarden kan verschuilen. Stel dat een ondernemer ruzie krijgt met een andere ondernemer waarmee hij een contractsrelatie heeft en bewust de systemen van de andere ondernemer gijzelt en daarmee extreme schade veroorzaakt. Het moet dan toch niet zo zijn dat die ondernemer zich succesvol kan verschuilen achter een bepaling in zijn algemene voorwaarden dat hij niet aansprakelijk is voor schade.
Een exoneratiebeding met (enkel) de tekst dat “alle aansprakelijkheid is uitgesloten” gaat van tafel aangezien je simpelweg niet alle aansprakelijkheid kunt uitsluiten. Het volledig uitsluiten van alle aansprakelijkheid is naar onze mening dus zeker niet slim. Maar wat dan wel?
Op maat gemaakte algemene voorwaarden
Naar onze mening is het verstandig om een op maat gemaakt exoneratiebeding op te nemen in jouw algemene voorwaarden waarbij rekening wordt gehouden met (de gebruiken in) jouw branche, de (on)verzekerbaarheid maar zeker ook de huidige stand van zaken in de vaste rechtspraak over dit onderwerp. Aansprakelijkheid beperken en/of deels uitsluiten is zeker verstandig en dat zou je ook moeten doen. Maar houd daarbij rekening met de wet en de rechtspraak. Ga je te ver en sluit je (bijna) alle aansprakelijkheid uit, dan kan dat zomaar tot gevolg hebben wat je juist probeert te voorkomen.