Een ex-werknemer van het bedrijf Nmbrs, dat in 2020 is overgenomen door Visma, heeft een schadevergoeding van bijna € 15 miljoen van zijn ex-werkgever NMBRS gevorderd. De ex-werknemer stelt dat hem een aandelenpakket is beloofd en die heeft hij bij de overname niet kunnen verzilveren omdat hij dat pakket niet kreeg. Nu claimt hij in plaats daarvan schade. Benieuwd wat de rechter ervan vindt? Lees vooral verder.
De zaak
De ex-werknemer werkte sinds 2012 bij het Nederlandse Nmbrs, welk bedrijf is gespecialiseerd in software voor o.a. personeelszaken. In 2014 werd hij zelfs financieel directeur. Bij die promotie zou hem zijn beloofd dat hij, althans zo stelt hij, via een zogenoemde participatieregeling aandelen in het bedrijf van zijn werkgever zou krijgen. Maar die belofte werd naar zijn mening nooit ingelost.
Bedrijfsovername
In 2020 neemt het Noorse bedrijf Visma de onderneming van Nmbrs over tegen betaling van een bedrag van ongeveer € 73 miljoen. De ex-werknemer claimde vervolgens een schadevergoeding van ongeveer € 22 miljoen vanwege misgelopen winst op zijn nimmer verkregen aandelen. Nmbrs was het hiermee oneens en niet alleen betaalde zij niets in dat kader, maar zij stapte zelfs naar de rechter om deze meneer te ontslaan. Dat laatste lukte ook, zij het dat Nmbrs wel een bedrag van € 150.000,- aan ontslagvergoedingen moest betalen. Nmbrs had volgens de rechter te snel naar een ontslag gegrepen. Over de aandelenkwestie werd niet geoordeeld en zodoende is deze ex-werknemer een nieuwe procedure gestart bij de Rechtbank Amsterdam.
Misgelopen winst vanwege niet ontvangen aandelen?
De rechters (het zijn er deze keer in eerste aanleg drie) oordelen dat de vordering van de ex-werknemer is verjaard nadat Nmbrs daarop een beroep deed. Weliswaar vermeldt Nmbrs eigenlijk een verkeerde verjaringsgrondslag (namelijk artikel 3:310 BW in plaats van 3:307 BW) maar dat maakt in deze zaak klaarblijkelijk geen verschil. Uit de feiten van deze zaak volgt dat de vordering van de ex-werknemer tot nakoming van de verplichting om medio 2014 een participatieregeling van kracht te laten zijn, medio 2019 is verjaard en dat zijn vordering tot schadevergoeding wegens niet-nakoming van die verplichting op grond van artikel 3:312 BW toen ook verjaarde. Het beroep van Nmbrs op verjaring slaagt dus.
De ex-werknemer kon niet bewijzen dat hij steeds had aangegeven Nmbrs te houden aan de verplichting zoals genoemd en aanspraak te maken daarop dan wel op schadevergoeding. Hij gaf aan dit meermaals mondeling te hebben gedaan, maar dat is lastig te bewijzen en bovendien niet relevant voor een beroep op de stuitende werking van de verjaring (zie art. 3:317 BW: stuiten moet schriftelijk).
En zelfs als de aanspraken niet zouden zijn verjaard, wat dus wel het geval is, zou de rechtbank de vordering alsnog van tafel hebben geveegd. Omdat er uiteindelijk nooit een algemene participatieregeling tot stand is gekomen, kan achteraf namelijk niet bepaald worden of en zo ja welke schade de financieel directeur zou hebben geleden.
De ex-werknemer kan dus niet deugdelijk bewijzen dat hij recht had op misgelopen winst vanwege niet ontvangen aandelen en verliest de procedure. Geen € 15 miljoen dus. Oja, en hij mag als verliezen partij de proceskosten van zijn ex-werkgever van bijna € 17.000,- betalen.
Je kunt de uitspraak lezen via de volgende link:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBAMS:2024:5774
Slot
Toch best een dure procedure voor deze ex-werknemer. Of hij in hoger beroep is gegaan is ons (nog) niet bekend, maar wij vermoeden dat hij ook in hoger beroep een lastige bewijspositie heeft.
Vragen?